Een huisdier is een geweldige steun voor opgroeiende kinderen. Het is een super speelkameraadje en geeft je kind meer verantwoordelijkheidszin en zelfvertrouwen. Maar je adopteert niet zomaar een gezelschapsdier. Je moet wel enkele voorzorgsmaatregelen in acht nemen. Zul je bijvoorbeeld veel dierenharen moeten opvegen? Kun je de dieren mee op reis nemen? Met onze tips weet je precies welk huisdier te kiezen voor jouw gezinnetje.
Kinderartsen zijn er unaniem over: alle kinderen die met een dier zijn opgegroeid zijn socialer en weten hun woede beter onder controle te houden. Een gezelschapsdier in huis halen is dus geen onbelangrijke beslissing. Spelen met een dier bevordert de psychomotorische ontwikkeling van kleuters en hun contact met de omgeving
Een kind van 6 maanden heeft niet veel aan de aanwezigheid van een dier. Het is trouwens beter geen onnodige risico's te nemen. Wacht tot je baby minstens 15 maanden oud is. Op die leeftijd leert je kind lopen, wordt het zindelijk, begint het te spelen … op hetzelfde moment als zijn vriendje op vier poten! Zo groeien kind en dier samen op en zullen ze een hechte band opbouwen.
Vanaf 3 jaar kan je kind zijn dier zelf verzorgen. Breng het de nodige basisregels bij: het voerbakje niet wegtrekken wanneer het dier eet, handen wassen na het spelen ...
Vanaf ongeveer 5 jaar zal je kind – nog steeds onder begeleiding van een volwassene – echt zorg kunnen dragen voor zijn dier, eten geven en zelf kunnen uitlaten.
Je hebt alles goed doordacht en besloten een dier in huis nemen! Maar welk gezelschapsdier kies je? Dit zijn enkele waardevolle tips:
Heb je een keuze gemaakt? Koop je gezelschapsdier dan bij een fokker (zodat je zeker bent van zijn herkomst) en plan een bezoekje aan de dierenarts om na te gaan of het in goede gezondheid is: is het gevaccineerd? Is het geoormerkt? Als je het vaak meeneemt op reis, laat dan ook zijn ‘paspoort' aanmaken.
En jij, welk gezelschapsdier heb jij het liefst?